Struikelstenen in Maarsbergen
De gemeenteraad heeft de motie ‘Voorbereiding Struikelstenen (Stolpersteine)’ aangenomen. Een werkgroep onderzocht hierna welke inwoners in aanmerking komen voor een herdenking met een Struikelsteen. De eerste inventarisatie is afgerond en de eerste serie struikelstenen is gelegd.
Struikelstenen herinneren ons aan inwoners of onderduikers die slachtoffer zijn geworden van het nationaalsocialisme. We zullen hen niet vergeten. Deze stenen worden geplaatst in de directe nabijheid van het huis waarin het slachtoffer het laatst (vrijwillig) verbleef.
Maandag 14 april zijn op Woudenbergseweg 34 en Woudenbergseweg 96, struikelstenen onthuld. Hierbij waren ook nabestaanden aanwezig.
Woudenbergseweg 34 (Valkenheide)
Tijdens de ceremonie werd onderstaande tekst voorgelezen.
Op Woudenbergseweg 34 woonde Dirk Noordam. Geboren 1881. Gefusilleerd 8 september 1944 Valkenheide.
Dirk Noordam werd in 1881 geboren in Naaldwijk. Hij volgde een opleiding tot onderwijzer, trouwde en kreeg 4 zoons en 4 dochters samen met zijn vrouw Engeltje van den Berg.
In 1913 kreeg Noordam een functie op Valkenheide, vanaf 1922 was hij er directeur. In 1934 werd Noordam onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij werd alom gerespecteerd.
Valkenheide kent bewogen oorlogsjaren. In 1939 werden militairen van het Nederlandse leger op het terrein gelegerd. Ze betrokken de boerderij en de ziekenzaal met bijvertrekken werd tot kantonnementsziekenhuis verklaard.
Na de capitulatie steeg het aantal pupillen in Valkenheide. Op een gegeven moment had Noordam 176 pupillen onder zijn hoede. Een pittige taak. Financieel liepen tekorten op, voedsel werd schaars en Noordam moest zich steeds vaker verantwoorden over de wijze waarop op Valkenheide met de bezetting werd omgegaan. De bezetter trachtte invloed te krijgen op het schoolsysteem van Valkenheide en om pupillen te werven voor het Duitse leger. Met het nodige kunst- en vliegwerk probeerde Noordam de invloed van de Duitsers af te houden. Eind 1942 lekte het plan uit om hem te ontslaan als directeur en te vervangen door een NSB-er, de heer Van Aardenne. Het gehele personeel van Valkenheide dreigde bij het uitlekken van dit plan op te stappen. Er werd een bedrag van f. 10.000,- in contanten in een safeloket geplaatst om lonen te kunnen doorbetalen mocht het zover komen. Noordam kon blijven zitten, maar hij wist de ogen van de bezetter op zich gericht.
Noordam was ook politiek actief. Al voor de oorlogsjaren was hij werkzaam als wethouder. Zijn werk werd echt lastig vanaf het moment, dat burgemeester Everwijn Lange in april 1943 plaats moest maken voor de NSB-burgemeester De Monyé. Noordam werd door De Monyé niet vertrouwd. Op 25 juni 1943 werd Noordam thuis opgepakt en verhoord. Hij werd al weer snel vrijgelaten. Vervolgens werd de boer van Valkenheide gearresteerd omdat hij zijn radio niet ingeleverd zou hebben.
Ondanks dat Noordam onder het vergrootglas lag, was hij betrokken bij het plaatselijk verzet. De leiding van de Maarsbergense verzetsgroep rustte bij Christinus [Chris of Stinus] Blom. Hij was een belangrijk werknemer van Noordam op Valkenheide.
We staan hier aan de achterkant van Groot Valkeneng. Vóór en in de Tweede Wereldoorlog woonde het gezin Noordam hier.
Op 3 september 1944 werd Chris Blom benaderd door de heer Lagemaat uit Leersum. Lagemaat had al contact gehad met Noordam. Zij hadden besproken om Valkenheide na de Duitse capitulatie te gebruiken als strafkamp voor NSB-ers. Op 5 september [de dag die als dolle dinsdag de geschiedenis in is gegaan] had Chris Blom een onderhoud met Noordam, waarin ze o.m. spraken over het aanhouden van de NSB-er Van Aardenne. ’s Avonds vertelde Noordam aan Chris Blom gebeld te zijn uit Leersum met het verzoek om vijf logeergasten op te nemen. Chris Blom vroeg of dit niet een beetje te voortvarend was. Noordam antwoordde: “Och jongen, de Duitsers vluchten het land uit, en je hebt toch ook de burgemeester horen janken”. Daarmee bedoelde hij de Monyé. Later op de avond vertelde Noordam Blom, dat er nog een telefoontje was gekomen met de mededeling, dat er nog drie logeergasten bijkwamen.
Op woensdagmorgen 6 september had Noordam een samenkomst met burgemeester De Monyé en de heer Van Beuningen, medewethouder in de gemeente. ’s Middags kwam Chris Blom thuis en trof bij verrassing de LO- en BVG-leider van Leersum met de opgepakte NSB-burgemeester van Leersum. De burgemeester van Leersum werd naar het isolatiepaviljoen gebracht. Chris Blom verwittigde Noordam. In de nacht van 6 op 7 september 1944 kreeg Noordam een hartaanval. Mogelijk trok hij de ontwikkelingen meer aan, dan dat hij Chris Blom had willen laten merken. Noordam kreeg daar bovenop een longontsteking. Hij was zwaar ziek.
Chris Blom -nog onwetend hiervan- werd zelf op 7 september 1944 vroeg in de ochtend wakker doordat er steentjes tegen zijn ruit aan werden gegooid. Daar stond de heer Lagemaat die meedeelde, dat er nog vijf NSB-ers zouden worden opgebracht. Even weinig later kwam er een auto aanrijden, maar bij de grens van Valkenheide werd door een wachtpost op de auto geschoten. De auto strandde bij de boerderij van Valkenheide. In de auto zat onder meer de gearresteerde NSB-burgemeester van Wijk bij Duurstede. Blom was ontstemd over de ontwikkelingen, maar de leider van het verzet uit Wijk toonde weinig begrip en dreigde het gezelschap [waaronder twee vrouwen en een kind] ter plaatse neer te schieten. Blom stelde Noordam in kennis.
Het bleek foute boel. In de middag van 7 september 1944 arriveerde de Sicherheitsdienst (SD)en omsingelde het hoofdgebouw van Valkenheide. De SD zocht inmiddels de betrokken ambtenaren [o.m. Chris Blom] en de opgeborgen NSB-ers werden al snel bevrijd. Noordam werd ondervraagd en wist aanvankelijk de SD ervan te overtuigen dat hij van niets had geweten, waarop ze vertrokken.
De volgende ochtend 8 september 1944 kwam de SD echter terug. Al het personeel werd in de kerkzaal verzameld. Vervolgens drongen ze de directeurswoning binnen en stuurden de familie Noordam naar het hoofdgebouw. Noordam zelf, ernstig ziek, werd voor zijn huis in zijn pyjama op een stoel gezet en ter plekke doodgeschoten. Terug uit het hoofdgebouw vond een van zijn dochters het lichaam van Noordam in een bloemperk.
Bij inspectie van het huis bleek dat er handgranaten in het huis waren gegooid, die de boel hadden vernield.
Een paar dagen later werd Noordam begraven op de begraafplaats hier vlak bij.
Eens in de 5 jaar herdenken we de dood van Noordam, dat zal ook dit jaar a.s. 4 mei ’s middags gebeuren.
Vandaag onthullen we de struikelsteen van Dirk Noordam op zijn laatst bekende woonadres. Omdat hij is omgekomen door nazi geweld en we hem willen herdenken.
Daarom zijn we hier bij elkaar.
We zullen zo dadelijk de weg vervolgens naar de Woudenbergseweg 96 in Maarsbergen. De weduwe van Noordam betrok met haar kinderen deze woning, die leeg stond. De oorzaak daarvan zal daar worden toegelicht.
Woudenbergseweg 96
Tijdens de ceremonie werd onderstaande tekst voorgelezen.
Op Woudenbergseweg 96 woonde Emanuel Verveer. Geboren 1909. Ondergedoken 23 december 1942. Gearresteerd 12 oktober 1944. Gefusilleerd 13 oktober 1944 Steenwijkerwold.
Emanuel Verveer werd op 11 april 1909 geboren in Den Haag, hij huwde met Henriëtte Alter ook uit 's-Gravenhage. Het echtpaar woonde in Nederland, maar ze zijn als vurige Zionisten in 1934 naar Palestina geëmigreerd. Daar was te weinig werk en daarom keerde het gezin (inmiddels met 2 kinderen) in 1938 terug naar Nederland. Ze kwamen in Maarsbergen te wonen.
In totaliteit kreeg het echtpaar Verveer-Alter vier kinderen, Itzchak uit 1934 geboren in Haifa, Joseph, uit 1936 in Ramat, David uit 1939 en Chaja uit 1941, hier geboren.
Emanuel was werkzaam als bouwkundige/technisch ingenieur. Er is een foto bewaard gebleven van hem samen met zijn kinderen, welke foto in Maarsbergen moet zijn genomen. Dat er foto’s van de familie Verveer bewaard zijn gebleven is een wonder. Het hebben van foto’s van je eigen familie was voor joden extra gevaarlijk.
De familie Verveer moet graag in Maarsbergen hebben gewoond. Na de oorlog heeft mevrouw Verveer geprobeerd om weer terug in Maarsbergen te komen worden.
We staan nu op het adres Woudenbergseweg 96. Op dit adres in Maarsbergen woonde het Joodse gezin Verveer.
De oorlog deed zijn intrede. Na verloop van tijd werden steeds strengere maatregelen tegen de joden afgekondigd. Het gezin liep steeds meer gevaar. Vanaf 3 mei 1942 moesten ze de beruchte gele ster dragen! De familie Verveer werd dagelijks in hun directe omgeving met jodenhaat geconfronteerd. Schuin tegenover hun huis stond een duidelijk voor hen te lezen bord, dat joden niet gewenst waren. Dat bord stond er in veel gemeenten.
In 1942 kwam het bevel dat het gezin Verveer zich moest melden. En werd besloten onder te duiken, het gezin van 6 personen werd opgesplitst, ieder ging een kant op. Op een document van de gemeente Maarn staat dat het echtpaar Verveer naar Dalerpeel ging, tussen Hoogeveen en Coevorden. Ook wordt ergens Oudehorne en Nieuwehorne in Friesland genoemd. Henriëtte Verveer en Bob (zo werd Joseph, de 2e zoon genoemd) hebben (ook) in Nieuwlande nabij Hoogeveen ondergedoken gezeten. Dalerpeel en Nieuwlande liggen slechts 5 km van elkaar! De oudste zoon werd Jacky genoemd en was in Utrecht ondergedoken. De jongste zoon, Daantje genoemd, heeft wel 11 onderduikadressen gehad. En tenslotte Chaja kwam in Leiden terecht.
Ir. Verveer was werkzaam bij een Nederlands bedrijf dat werkzaamheden uitvoerde voor de Duitse Wehrmacht. Toen hij in Zwartsluis werd gearresteerd door de SD, had hij geheime aantekeningen over de IJsselstelling bij zich. Die had hij ter bestudering van het verzet gekregen.
In Steenwijk kwamen in deze tijd veel vijanden te wonen die uit het reeds bevrijde zuiden gevlucht waren. Het werd in de buurt van Steenwijk veel strenger, nadat er in de eerste oorlogsjaren betrekkelijk weinig gebeurd was. Na razzia’s (o.a. 4 oktober 1944), ontdekking van clandestiene slacht, enz., werden een aantal mensen gearresteerd en in de Johan van de Kornputkazerne opgesloten. Emanuel Verveer zat daar na zijn arrestatie ook gevangen.
Op 13 oktober 1944 werden zes celnummers willekeurig gekozen en 6 mannen werden naar de schietbaan van Kallenkote overgebracht. Ze werden op een rij gezet en gefusilleerd. Als reden voor de executie werd ‘verboden wapenbezit’ genoemd.
Die tijd was ook het Niedermachungsbefehl van Adolf Hitler van kracht nadat hij een aanslag op zijn leven op 20 juli 1944 overleefd had.
Niedermachungsbefehl: Op 11 september 1944 werd in Nederland door Karl Eberhard Schöngarth een Niedermachungsbefehl uitgebracht. Voortaan mochten personen die werden aangetroffen bij een vergadering van een verzetsgroep worden neergeschoten.
Emanuel was een ondergedoken Jood, dat op zich was voor de bezetter al voldoende aanleiding om hem te vermoorden.
Een boer die op het naburige land aan het werk was, kreeg opdracht de 6 lichamen van de schietbaan te halen en naar de begraafplaats in Kallenkote (ongeveer 1 km verwijderd van de schietbaan Kallenkote) te vervoeren.
Volgens de OGS is Verveer 16 oktober in Kallenkote begraven.
Zijn vrouw en 4 kinderen hebben de oorlog overleefd, hebben nog een aantal jaren in Den Haag gewoond en zijn later (op 1 zoon na) naar Israël geëmigreerd. In Maarn staan de namen van oorlogsslachtoffers uit de 3 woonkernen (Maarn, Maarsbergen en Valkenheide) op het grote monument tegenover het voormalig raadhuis. Waarom de naam van Emanuel Verveer er niet op staat is ons niet bekend. Misschien omdat hij en zijn gezin in de loop van 1942 uitgeschreven zijn uit de toenmalige gemeente Maarn-Maarsbergen. Frappant is dat mevrouw Noordam met haar gezin in dit huis getrokken is na 8 september 1944. Maar omdat dit het laatst bekende adres van Emanuel Verveer is, wordt hier vandaag een struikelsteen voor hem onthuld.
